Jemen |
||||
Huidige tijd in Sana'a: |
Dag 10 - woensdag 2 mei 2007 (Aden - Taïz)Om acht uur vertrekken we weer. Vandaag hebben we een rit van ongeveer 158 kilometer voor de boeg en zullen we ongeveer twee uur onderweg zijn. Eerst rijden we naar een voormalig sultanspaleis dat tegenwoordig dienst doet als museum. We blijven hier echter niet lang en rijden verder. We rijden door naar de oude haven van Aden. Onderweg valt het me op dat er in Aden ook een aantal kerken staan. Dit is iets wat ik in Jemen nog niet veel gezien heb. Vreemd is dit echter niet omdat Aden een Britse kolonie is geweest. Aden ligt zeer strategisch in de zuidwestelijke hoek van het Arabisch schiereiland en beschikt over een natuurlijke haven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze plaats aan een belangrijke zeeroute van Europa naar Azië ligt. In 1839 worden mariniers van de Britse Oost-Indische Compagnie in Aden afgezet om piraterij tegen te gaan. De Britten wilden hierbij een halt toeroepen aan de aanvallen op hun schepen die naar Brits Indië gingen. Toen in 1869 het Suezkanaal geopend werd lag Aden nog meer strategisch dan voorheen. In de negentiende eeuw is Aden dan ook één van de drie belangrijkste havensteden ter wereld geweest! Daarom is Aden tot 1967 een Britse kolonie geweest. We rijden naar een gebouw waar vroeger de passagiersschepen aankwamen. Het gebouw doet erg kolonialistisch aan en dateert uit 1919. Langs de kade liggen een aantal boten. Er vertrekt een boot met Somaliërs die terug naar Somalië gaan. Eigenlijk is het niet verantwoord om met dit soort boten de Golf van Aden over te steken. Het is echter wel de realiteit! Aan de overkant zien we een aantal schepen voor anker liggen en ligt een containerterminal. Op 12 oktober 2000 vond in deze haven de aanslag op de USS Cole plaats. We verlaten Aden en rijden over de Causeway langs de zoutpannen. We zien hier enkele kraanvogels. We rijden verder en verlaten hier de kust. We vervolgen onze weg naar Taïz. Onderweg passeren we weer enkele checkpoints. Tijdens de lunchstop vallen een aantal Somalische vrouwen zonder Nikaab op. Rond drie uur komen we aan in Taïz. Vlak voor het hotel krijgt één van de chauffeurs een lekke band. Omdat we hier ruim op tijd aankomen kunnen we direct in de richting van de oude stad lopen. In de oude stad wordt veel groente en fruit verkocht. Ik koop hier een jambiya. Inmiddels zijn er ook weer veel mannen aan het qatkauwen. We lopen verder naar een moskee die momenteel gerestaureerd wordt. We krijgen hier een rondleiding. Het is een interessant complex waar we een aantal graven, de gebedszaal, een mooi plafond en de wasruimten zien. Bij de restauratie worden zoveel mogelijk authentieke technieken gebruikt. Omdat dit veelal handwerk is levert dit voor de lokale mensen veel werk op. Boven de stad is nog een fort zichtbaar. Doordat het hoge muren heeft, en hoog in de bergen ligt, ziet het er indrukwekkend uit. In een theehuis, in de oude binnenstad, drinken we nog een glas thee. Hierna is het tijd om wat te eten. In het nieuwe gedeelte van de stad vinden we een lokaal restaurant. Aan de reacties van de mensen te zien komen hier niet veel westerlingen. We worden hier dan ook zeer gastvrij behandeld. Een uitgebreide kaart is er niet maar we krijgen hier wel een zeer goede curry met kip te eten. Om deze reden eet ik dan ook in principe nooit in hotels. Dag 11 - donderdag 3 mei 2007 (Taïz - Jibla - Ibb)
|
|
|
|