China |
||||
Huidige tijd in Xiamen: |
Dag 16 - maandag 7 november 2011 (Xiamen)Om half negen verlaten we met een busje het hotel. We zijn op weg naar de veerboot die ons naar het eiland Gulangyu moet brengen. Vanaf het hotel rijden we eerst door een paar drukke straten, deze verlaten we al snel en daarna rijden we door een lange tunnel die de bergen heen gaat. We rijden ook over een paar hoge aquaducten. Bij de haven stappen we uit de auto en lopen we naar de veerboot. Het tochtje over het water duurt een klein kwartier. Op Gulangyu woonden tot de Japanse invasie de buitenlanders. Xiamen, dat wel Amoy werd genoemd, werd in 1541 voor het eerst door Europese handelaren bezocht. Omdat China de handel met westerse landen volledig wou contoleren werden Europese handelaren zoveel mogelijk geweerd van het Chinese vasteland. Om dit kracht bij te zetten vaardige keizer Qianlong in 1757 een decreet uit waarin werd bepaald dat Kanton de enige havenstad was waar buitenlandse handelaren werden toegelaten. Hier kwam in 1842, aan het einde van de eerste opiumoorlog, een einde aan. In het zogenaamde verdrag van Nanjing werd namelijk bepaald dat er vanaf dat moment vijf havens werden opengesteld voor buitenlandse handel (Kanton, Amoy, Foochow, Ningpo en Shanghai). Dit verdrag heeft ervoor gezorgd dat Xiamen in de negentiende eeuw de belangrijkste havenplaats voor de export van thee was. Na het verdrag in 1842 werd Gulangyu de plek waar buitenlanders zich mochten vestigen Doordat deze buitenlanders uit allerlei windhoeken afkomstig zijn kan je op het eiland diverse soorten architectuur zien. Deze mix blijkt al snel als we in de haven aankomen, het is een mix van Westerse en Aziatische elementen. Er is veel groen (sommige bomen lijken vrij oud te zijn). We lopen eerst een stukje langs de kust (als het ware om het eiland heen). Dit is echter niet het meest interessante gedeelte want deze bevind zich op het centrale deel van het eiland. Wel heb je hier een mooi uitzicht op de skyline van Xiamen. We komen langs de kust ook een bunker uit de tweede wereldoorlog van de Japanners tegen. De Japanse bezetting van Xiamen markeert het einde van de koloniale periode. In het centrum van Gulangyu zijn een aantal gebouwen uit het eerste kwart van de twintigste eeuw te zien. Hiernaast staan er een paar kerken maar het lukt ons niet om deze op tijd te lokaliseren. Wel komen we weer diverse bruidsparen tegen. Volgens Frank worden de bruidsjurken gehuurd. Enkele gebouwen die we onderweg tegen komen zijn helaas vervallen. Doordat er geen autoverkeer in Gulangyu is lijkt het alsof we in een heel andere wereld terecht gekomen zijn. Hoogbouw is er niet en veel gebouwen doen mediterraans aan. Het verkeer dat we onderweg tegenkomen bestaat vooral uit handkarren. Uiteraard is er een markt in het centrum. Hier zijn onder andere een paar platvissen te koop. Volgens Frank zijn deze soorten beschermd, maar worden dus wel verkocht en opgegeten. Op de markt zijn diverse soorten murenen te koop (waaronder de Scuticaria tigrina). Omdat deze laatste soort eruit ziet als een slang werd deze soort vroeger wel tijgerslang murene genoemd. Deze soorten worden vooral in de koraalriffen in de Stille en de Indische Oceaan gevonden. Hiernaast worden er ook andere vissoorten, garnalen, krabben en schaaldieren op de markt verkocht. Op de vleesafdeling kan je een hele poot kopen (waar de hoeven nog aan zitten). Rond half één varen we met de boot weer terug naar het centrum van Xiamen. Hier lopen we naar Zhongshen Road en bekijken we de rest van de middag het oude centrum. De oude panden uit het begin van de twintigste eeuw zien er goed uit en doen westers aan. Op Zhongshen Road (een hoofdstraat) mogen overdag geen auto's rijden waardoor het ondanks de vele Chinesen lekker rustig is. Je wordt alleen zo nu en dan aangesproken door één van de vele bedelaars die in het centrum lopen. Vaak zijn dit oudere mannen of mensen die een handicap, zoals een bochel in de rug of een geamputeerd been, hebben. We gaan eerst wat eten, wat hier prima bij een stalletje op straat kan. Hier kan je van alles krijgen. We zien onder andere oesters waar een flink aantal parels in liggen. Onze voorkeur gaat echter uit naar één van de stalletjes waar verschillende soorten saté worden verkocht. Naast kip, rund en varken wordt er ook inktvis verkocht (niet mijn favoriet). De saté is goed klaar gemaakt en het smaakt prima. Na het eten gaan we weer verder. Als we de hoofdstraat verlaten ziet het er wat grijzer uit en lijken de panden ook wat minder onderhouden. Al snel komen weer een markt tegen. Naast groente en fruit wordt er ook vlees en vis verkocht. Ook hier komen we weer veel soorten zoals schildpadden, kikkers, eenden en kippen tegen. Opvallend is dat er maar een enkel konijn verkocht wordt. Bij de vis zijn het vooral karperachtigen (Cypriniformes) waarvan er vooral veel graskarper (Ctenopharyngodon idella) verkocht wordt. Tien jaar geleden kwam ik op dit soort markten vooral veel schubkarpers (Cyprinus carpio) tegen. Deze vissoort heb ik deze reis nog maar amper gezien. Wellicht wordt er lang de kust vooral zoutwatervis verkocht. Met de bus rijden we terug naar het hotel waar we rond half zes aankomen. Dag 17 - dinsdag 8 november 2011 (Xiamen - Yongding) |
|
|
|