Dag 7 - dinsdag 24 oktober 2006 (Bohorok, vervolg)
Omdat het rehabilitatiecentrum een grote toeristische attractie werd dreigde het ten onder te gaan aan zijn eigen succes. Grote groepen toeristen dreigden namelijk het rehabilitatieproces te verstoren. In 2002 is het originele orang-oetan rehabilitatiecentrum daarom verplaatst naar een plek even buiten Medan. Het oude rehabilitatiecentrum, waar we nu zijn, is nu meer een informatiecentrum geworden. Alhoewel het zijn functie als rehabilitatiecentrum verloren heeft kunnen hier nog steeds orang-oetans bekeken worden.
In Bukit Lawang worden de orang-oetans nog steeds bijgevoerd. Dit biedt de mogelijkheid om deze soort van dichterbij te bekijken. Verder biedt het de lokale bewoners een bron van inkomsten. Bukit Lawang profileert zich hierbij als een plek die zich richt op het ecotoerisme.
Na een ontbijt van nasi of bami lopen we met de gids mee. We lopen eerst een stijl stuk omhoog. Hier houden we een korte pauze en tijdens deze pauze laat de gids ons een aantal planten en bomen zien. Zo groeit hier tussen de bomen een cacaoboom. Cacaobomen mogen niet in de volle zon staan en kunnen wel tien meter hoog worden. In de vruchten, die aan deze boom groeien, zitten cacaobonen. Deze bonen vormen de grondstof voor chocolade. Van origine komt de cacaoboom niet in Indonesië voor. De oorsprong van deze boom ligt namelijk in het noorden van Zuid-Amerika en in Centraal-Amerika. Tijdens de koloniale tijd, in de zeventiende en de achttiende eeuw, is deze boom in Indonesië terecht gekomen.
We lopen verder. Het is erg vochtig en zo nu en dan regent het zelfs een beetje. Aan sommige bomen hangen termietennesten. Zo nu en dan horen we orang-oetan geluiden. Omdat wij een jungletrek maken komen we niet bij de voerplaats van de orang-oetans. Het is dus maar de vraag of we er vandaag wel één zullen zien. We horen ze wel, maar zien ze niet. Dan is het op een onverwacht moment toch zover. Plotseling komt er een orang-oetan uit de boom. We mogen echter niet stil blijven staan en moeten snel doorlopen van onze gids. Uiteraard komen wij de meest agressieve orang-oetan tegen. Ondertussen geeft de gids de orang-oetan een paar bananen en gelukkig mogen we toch nog even stil staan. Erg agressief ziet de orang-oetan er niet uit maar onze gids houdt haar wel nauwlettend in de gaten. Deze orang-oetan heeft namelijk al eens een mens aangevallen. Ze was namelijk in de veronderstelling dat de persoon, die ze aanviel, een aantal bananen in de rugzak had. Deze wou ze afpakken. We waren al door de gids gewaarschuwd om onze rugtassen zoveel mogelijk op de rug te houden en er zo weinig mogelijk uit te halen. Als je vlakbij zo'n orang-oetan staat is deze toch wel behoorlijk groot. Met deze beesten wil je geen ruzie, we lopen dus snel verder en gaan op zoek naar andere orang-oetans.
Het is behoorlijk bikkelen in de jungle. We moeten steile stukken omhoog klimmen en soms is het behoorlijk glad omdat het zo vochtig is. Je moet je continu aan takken vast houden en je moet uitkijken dat je niet over de boomwortels struikelt. Er staan ook hele hoge en dikke bomen in de jungle. Tijdens een korte pauze meent onze gids een orang-oetan te horen. Helaas is het loos alarm.
Onderweg zien we nog wel enkele apen. Deze gibbons en Thomas's Leaf-monkeys zitten hoog in de bomen. Opvallend zijn de vele parasolmieren. Deze mieren lopen allemaal met (stukjes) bladeren op hun rug. Doordat het er zoveel zijn vormen zij hiermee hele linten. De bladeren worden meegenomen naar hun nest waar het vervolgens in speciale kamers verschimmeld. Met deze schimmel houden de mieren zich in leven.
We gaan een stuk afdalen en lopen naar een beekje toe. Hier krijgen we onze lunch: rijst met kip wat verpakt is in een bananenblad. Door de pepertjes is het een beetje pittig. Ook krijgen we een paar bananen en enkele stukken ananas. Over het beekje heen hangen bamboetakken. Het is een mooie plek voor de lunch en een mooie plek om even uit te rusten. Nadat we alles weer hebben opgeruimd lopen we weer terug naar onze ecolodge.
|